Gedicht 13
Palthetoren
In de audio opname van het gedicht "Palthetoren", hoor je dichteres Barbara Plaggenmarsch. Voorafgaand hoor je waarom deze opvallende toren in de bossen van Haarle Barbara inspireerde tot het maken van dit gedicht.
"Palthetoren"
In de verte verrijst fier de witte sprookjestoren
Zijn spits gedragen door de bomen, daaronder nog de torenramen
‘s Zomers komen daar elite en beau monde samen
‘s Winters zal je hier slechts de midwinterhoorn horen
Ik hoor de Charleston rumoerig over ‘t heideveld
Schaterende meisjesstemmen, de stem van een stoere man
De Roaring Twenties, oh ik hou ervan
Frivole dames, olijk en baldadig, ladies van het oude geld
Verder onderlangs de toren, trots boven Haarle uit verheven
De Charleston begeleidt mij naar één der mooiste buitenhoven
Mijn bediende chauffeert mij rap naar boven
De toren ademt slechts grandeur, direct stort ik mij in ‘t societyleven
Mijn nieuwe kapsel à la Coco Chanel
Een gouden glitterjurk, maar net boven de knie
Ben ik klaar voor ’t feest daar op de toren, vol magie
Verstopt in de donk ’re salon een illegale speeltafel
Champagne, een handkus en felgekleurde mannendassen
Sigarenrook, Blue Devils van Count Basie op de grammofoon
Net kersvers nog gezien bij Pathé in ’t Polygoon
Nog even snel de allerlaatste zwoele danspassen
Maar een tikje op mijn schouder doet mij prompt ontwaken
En staar ik in de ogen van de imker van de bijenstallen
Achter hem de Palthetoren, stil en licht vervallen
Ik hoor mijzelf ontgoocheld een diepe zucht slaken
’t Was allemaal maar zinsbegoocheling
De Charleston, de jurk en het ouderwets voiture
Immers net van 2020 sloeg het laatste uur
Daar bij Palthe was ik ingedut na een wandeling
Barbara F. Plaggenmarsch